Zo kun je de ISO waarde instellen van je spiegelreflexcamera

Inhoudsopgave

  1. Wat is ISO-waarde?
  2. Zo kun je de ISO-waarde instellen

Als je start met fotografie voor beginners, dan zijn de technische instellingen vaak een flinke drempel. Wat is ISO-waarde bijvoorbeeld, waarvoor gebruik je het en hoe kun je die ISO-waarde instellen? Ook al heb je de beste spiegelreflexcamera voor beginners, je zult toch zelf met die instellingen moeten spelen om de mooiste foto’s te maken. Daarom geven we je een aantal handige fotografietips, zodat je direct met de ISO-waarde leert werken.

Wat is ISO-waarde?

De ISO-waarde geeft de lichtgevoeligheid van de sensor aan. Hoe hoger de ISO-waarde, des te hoger de gevoeligheid van de sensor staat afgesteld. De afkorting staat voor ‘International Standards Organization’, wat simpelweg de organisatie is die de waarde bepaald heeft. Vroeger was er nog geen sprake van een sensor en fotografeerden we nog met een rolletje. In die tijd kon je de ISO-waarde terugvinden op het rolletje film dat je in je analoge camera stopte. Het volledige rolletje had één waarde en die kon je niet zelf aanpassen.

Tegenwoordig kun je de lichtgevoeligheid van de sensor wél aanpassen. Als je een foto maakt in een donkere ruimte, fotografeer je met een hoge ISO zodat de sensor extra lichtgevoelig is en zoveel mogelijk van het beschikbare licht kan opvangen. Als in die ruimte vervolgens een lamp aangaat, kun je de ISO-waarde daar direct op aanpassen.

Er zijn camera’s die tegenwoordig extreem hoge ISO-waarden aankunnen. Je zou haast denken dat je daarmee in het volledige duister prima kunt fotograferen. Het verhogen heeft echter toch een flink nadeel. Naarmate je de ISO-waarde verhoogt, treedt er namelijk steeds meer ruis op. In donkere situaties zul je dus een juiste balans moeten vinden tussen alle onderdelen van de belichtingsdriehoek –oftewel je zult de sluitertijd, het diafragma en de ISO-waarde perfect op elkaar moeten afstemmen.

Zo kun je de ISO-waarde instellen

De ISO instellen is niet zo ingewikkeld, omdat de meeste camera’s er een aparte knop voor hebben. Afhankelijk van het cameramodel vind je deze ofwel bovenop naast de sluiter, of naast het display aan de achterkant. Hier kun je kiezen voor een automatische waarde, of handmatig een waarde tussen de 100 en grofweg 25.600 instellen. Als je camera geen aparte knop heeft, dan bepaalt deze vaak automatisch de meest geschikte ISO-waarde. Je zult dan echt het cameramenu in moeten duiken om die aan te passen.

Veel beginnende fotografen laten hun ISO-waarde op automatisch staan. Dat is echter niet zonder risico. Ruis is namelijk op het kleine display van je camera een stuk slechter zichtbaar dan op een computermonitor. Zonder dat je het in de gaten hebt, kan het dus gebeuren dat de waarde veel te hoog wordt afgesteld. Het is daarom slim om, zeker bij slecht verlichte situaties, altijd handmatig je instellingen aan te passen.