Wassen in de toekomst: nooit meer de trommel in

Inhoudsopgave

  1. Een beter milieu begint bij jou
  2. Buiten de deur wassen
  3. Bestaat er een wasabonnement?
  4. Stof(fig)
  5. Was die zichzelf uithangt?
Het is een wekelijkse aangelegenheid, of beter: een wekelijks moetje. Een eeuwenoud gebruik ook, de kleding moet nu eenmaal schoon worden. Maar hoe ziet de toekomst van het good-old wassen eruit?

Een beter milieu begint bij jou

Zoals eigenlijk op alle gebieden (denk bijvoorbeeld aan voedsel en vervoer), geldt ook voor wassen dat er steeds meer milieubewustzijn komt, zo signaleert Niels van Breemen, werkzaam bij Newasco (Nederlandse Wasserij Combinatie) Amersfoort. Met relatiebeheer en wastechniekspecialisme in zijn pakket, heeft hij niet alleen contact met (grootschalige) klanten over onder meer de efficiëntste manier van wassen, maar kijkt hij ook naar trends en ontwikkelingen.

Het watergebruik is een van de grotere punten van aandacht. Of beter: het watermisbruik. Een kleine rekensom: een ouderwetse wasmachine gebruikt 15 tot 20 liter vers (drink)water per kilo aan was. Een gemiddelde wasmachine heeft een inhoud van 5 kilo. Korte rekensom: een wasje draaien kost 75 liter schoon drinkwater.

Wetende dat

a.) het vrijwel nooit bij één wasje blijft,

b.) dat de fijne was nog meer water gebruikt (want de machine wordt minder vol beladen) en

c.) dat het water ook nog moet worden verwarmd en geloosd …

is die wekelijkse was niet alleen een moetje, maar ook een aanslag op het milieu. Gelukkig kennen de nieuwste wasmachines inmiddels een verbruik van gemiddeld 8 à 9 liter – dat scheelt – maar toch: het geeft te denken.

Buiten de deur wassen

Hoe kunnen we dat verbruik verminderen, behalve dan door de aankoop van een nieuw apparaat? Van Breemen voorspelt dat steeds meer jonge gezinnen de was gaan uitbesteden. “Bij oudere mensen zagen we dat al een tijdje. Ouderen blijven steeds langer thuis wonen, en zijn vaak niet meer in staat de was zelf te doen. Zij besteden het dan uit. Maar ook onder jonge gezinnen zien we deze trend: die hebben natuurlijk een grote hoeveelheid was, maar ook een druk schema met beiden een drukke baan en verplichtingen voor kinderen buiten school.”

Aan de ene kant kost het uitbesteden van je was dus minder tijd, tegelijkertijd weegt ook het duurzaamheidsaspect voor die bevolkingsgroep zwaar. “Die is zich steeds bewuster van haar nalatenschap aan deze aarde; men koopt bewuster, eet bewuster. Ook de overheid stimuleert steeds meer om op een milieuvriendelijke manier om te gaan met water en energie.”

Bestaat er een wasabonnement?

Van Breemen voorspelt dat in de toekomst steeds meer gezinnen de was gaan uitbesteden. “Maar ik kan me ook voorstellen dat de deeleconomie ook overslaat naar het wassen en er bijvoorbeeld een gezamenlijke wasmachine in een appartementencomplex komt. Of denk aan servicepunten waar je je was af kunt geven en schoon weer ophaalt, waarvoor je (gezamenlijk) speciale wasabonnementen afsluit. Nu al zien we dat er steeds meer particulieren ook vragen om hun wasgoed op te laten halen en gewassen weer af te laten geven. Uiteraard wel vervoerd met elektrische wagens, anders is er nog steeds een belasting voor het milieu.”

Stof(fig)

In het verlengde daarvan komt er in de waswereld steeds meer aandacht voor de kwaliteit van katoen. Katoen mag dan een natuurlijk materiaal zijn en dus milieuvriendelijk klinken, het is het verre daarvan. Wederom wat cijfers: voor de productie van 1 kilo katoen (waar dus uiteindelijk jouw shirts van worden gemaakt) is gemiddeld 8.000 (!) liter water nodig. Afhankelijk van het land van herkomst kan dat variëren van 4.000 tot wel 22.000 liter per kilogram. De verwerking van het materiaal is dus verre van goed voor het milieu.

Bovendien, zo bemerkt Van Breemen, wordt de kwaliteit van de gemiddelde katoenstof steeds slechter. Dat kun je zelf ook merken: slecht katoen – dat betekent een draad met korte vezels – vertoont na een paar keer wassen gaatjes. En een kledingstuk wordt in een jaar tijd zomaar veertig keer gewassen. Dan blijft er op een gegeven moment weinig meer van over. “Eigenlijk gaat polyester kleding veel langer mee en blijft het veel langer mooi, waardoor het op het gebied van water en wassen minder milieubelastend is.”

Oplossingen voor dit probleem dienen zich al aan in de vorm van keurmerken voor katoen, zoals het BCI, Oeko-Tex en alternatieven als Bamigo, een stof gemaakt van bamboevezel. De grootste besparing zit hierbij in de productie ervan, maar ook de consument draagt op een steentje bij aan een beter milieu door voor deze producten te kiezen.

Was die zichzelf uithangt?

Tot slot geldt ook voor dit vakgebied: de robots en automatisering komen eraan! Nu geldt dat nog vooral voor de industriële wasserij, maar die ontwikkelingen worden op den duur vaak ook vertaald naar (indirecte) oplossingen voor particulieren. “Misschien dragen we over een tijdje wel een ‘intelligent’ paar sokken, wie zal het zeggen?” Van Breemen ziet het nog wel gebeuren dat een chip in de kleding gaat vertellen wanneer het gewassen moet worden. Bij Newasco wordt nu al iets dergelijks gebruikt: een chip die informatie bevat over hoe te wassen en hoe vaak het reeds gewassen is. Zelfs een chip die zorgt dat de wasmachine nét klaar is wanneer jij na een lange werkdag thuiskomt, sluit hij niet uit.

Nu alleen nog een robot die de was er vervolgens uithaalt, in de droger stopt of uithangt en – heel graag! – strijkt … en de toekomst is 'as bright' als een schoongewassen berg wasgoed.