Wat mij betreft gaat Knopfler's solowerk in stijgende lijn. Na de laatste
minder sterke Dire Straits CD (on every street) en de in het zelfde bedje zieke
eerste soloplaat (golden heart), lijkt Mark Knopfler steeds meer en meer een
vaste weg in te slaan. Elke nieuwe CD wordt meer rootsy en de liefde voor de
song haalt het weer van de drang naar technische perfecte productie en het ten
toon spreiden van mizikale virtuaositeit.
Wie dus op zoek is naar allesoverheersende gitaarsolo's zoals we die kennen van
Drie Straits, zal ietwat bedrogen uitkomen met Shangri-La. Op deze plaat
bevinden zich pareltjes van liedjes, met een indringend varhaal (5:15 am; song
for Sonny Liston; don't crash the ambulance; boom like that; postcards from
paraguay...) of een eenvoudige overpeinzing (all that matters; donegan's gone;
whoop de do;...), ondersteund door het subtiele spel van Knopfler en zijn
kompanen. Geen harde rocksongs, geen hitgevoelige songs. Maar teksten die je
iets bijbrengen of doen nadenken, en muziek die qua melodie en harmonie in de
wereld van de populaire muziek zijn gelijke niet kent! Shangri-La slaat niet
onmiddellijk aan, maar luister 5 keer en je bent verslaafd!