Tot voor kort was het gebruikelijk om op gas te koken. Steeds meer mensen stappen echter over op elektrisch koken. Want alhoewel koken op gas heel gemakkelijk is – een kwestie van de vlam hoger of lager zetten – kent elektrisch koken ook veel voordelen. Daarover straks meer, eerst gaan we kort in op de verschillende soorten elektrische kookplaten.

Binnen de categorie elektrisch koken zijn er twee soorten kookplaten: de inductiekookplaat en de keramische kookplaat.

Bij een inductiekookplaat zorgt een elektromagnetisch veld voor verhitting. Dat betekent dat er pas warmte wordt opgewekt nadat je een (geschikte) pan op de kookplaat plaatst. Koken gaat heel snel én veilig, omdat de platen ook snel weer afkoelen.

Een keramische kookplaat werkt met metalen spiralen die middels elektriciteit worden verwarmd. Volgens velen is keramisch koken zelfs makkelijker dan koken op gas, alhoewel de temperatuur wel iets minder nauwkeurig te regelen is. 

Elektrisch koken is beter voor het milieu dan koken op gas. Ook wordt het – met de dalende elektraprijzen en de stijgende gasprijzen – steeds goedkoper om te koken op elektra. Een derde voordeel is dat een elektrische kookplaat veel makkelijker schoon te maken is dan een gasfornuis met allemaal losse pitten. Daarnaast is koken op elektra vaak sneller én veiliger. Zo heb je geen explosiegevaar meer en wordt bij een inductiekookplaat de plaat amper nog warm.

Het aansluiten van een elektrische kookplaat vraagt soms om een aanpassing aan de meterkast. Het gaat dan om het bijplaatsen van een groep. Een geschikte aansluiting in je meterkast is belangrijk, omdat je elektrische kookplaat anders niet (goed) werkt of de stoppen kunnen doorslaan. Wil je koken op inductie? Mogelijk heb je dan ook andere pannen met een dikke bodem nodig.