In welk vakje moet wasmiddel?

Inhoudsopgave

  1. Hoofdwas II
  2. Voorwas I
  3. Wasverzachter
  4. Wasbolletje gebruiken

Als je gaat wassen dan kun je vloeibaar wasmiddel of waspoeder in trommel of bakje doen. Waar moet wasmiddel in lijkt een eenvoudige vraag, maar soms is het niet helemaal duidelijk welk wasmiddel in welk vakje hoort. Er zijn verschillende vakken in wasmachine bakjes, namelijk voor voorwas, hoofdwas en wasverzachter.

Voorwas is een extra programma op je wasmachine, dat je alleen gebruikt als er hardnekkige vlekken (zoals smeer of ontlasting) in je kleding zitten. De kleding wordt met dit programma geweekt, zodat in de hoofdwas de vlekken er makkelijker uit gaan. Hoofdwas is het normale wasprogramma, en wasverzachter kun je toevoegen als je van extra zachte was houdt. Vaak staan er wasmachine tekens in het bakje: Romeins cijfer I voor voorwas, II voor hoofdwas en een bloemetje, zonnetje of sterretje voor wasverzachter. Als het niet duidelijk is aangegeven, dan kun je het opzoeken in de wasmachine handleiding.

Wil je trouwens meer informatie over algemene wassymbolen? Hier vind je hun betekenis.

Hoofdwas II

Het meest gebruikte programma op de wasmachine is het hoofdwasprogramma. Vraag je je af in welk vakje wasmiddel moet, dan kun je ervan uitgaan dat het grootste vakje wasmiddelenlaatje met twee streepjes of het cijfer 2 voor de hoofdwas is bedoeld, dus daar doe je het hoofdwasmiddel in. Soms zit er een schuifje in het bakje. Dit is bedoeld voor vloeibaar wasmiddel, anders loopt de vloeistof direct de machine in en dat is niet de bedoeling.

Voorwas I

De voorwas is een speciaal wasprogramma dat was met ernstige vlekken weekt. Je kunt hier speciaal voorwasmiddel voor kopen met enzymen die de vlekken aanpakt. Je doet het voorwas-middel in het bakje met één streepje of het cijfer 1.

Toe aan een nieuwe? Bekijk alle wasmachines op Kieskeurig.nl

Bekijk nu!

Wasverzachter

Wasverzachter heeft geen apart programma, het wordt aan het einde van de hoofdwascyclus toegevoegd om de was zachter en antistatisch te maken. Vraag je je af ‘In welk vakje moet wasverzachter?’ Meestal is dit het kleinste vakje in het wasmiddelenlaatje, het vakje met een zonnetje of een sterretje of bloemetje. Bij twijfel kun je de vraag ‘waar moet wasverzachter in’ ook opzoeken in de handleiding van je wasmachine.

Wasbolletje gebruiken

Naast het wasmiddelenbakje, ook wel dispenser of verdeler genoemd, kun je ook een wasbolletje gebruiken. Je legt het wasbolletje rechtstreek op de was en vult het met vloeibaar wasmiddel of waspoeder. Let op, je kunt geen wasverzachter in het wasbolletje schenken. Het komt dan namelijk te vroeg in het wasprogramma in de machine en wordt afgepompt met het water na de hoofdwas.

Soms zijn de vakjes ook zelf aan reiniging toe. Lees hier meer over het schoonmaken van de wasmachine zelf.