PC kopen: tips voor de beste computer

Een pc bestaat uit een systeemkast, ook wel tower genoemd, en heeft doorgaans betere specificaties dan een laptop. Dat komt omdat zo’n computer groter is en er dus makkelijker krachtigere onderdelen in ingebouwd kunnen worden. In de systeemkast zit een moederbord waarop je eenvoudig extra componenten zoals een tweede harde schijf, een extra krachtige videokaart of een aparte geluidskaart in kunt bouwen. 

De meeste pc’s worden echter geleverd met een moederbord waarop al een videokaart en geluidskaart zijn geïntegreerd. De specificaties van die geïntegreerde onderdelen is vaak wel lager dan wanneer je de onderdelen los zou aanschaffen en plaatsen; zo kan een op het moederbord geïntegreerde videokaart nooit tippen aan de kracht van een losse videokaart. Voor het spelen van een zware game doe je er dan ook goed aan om een losse videokaart aan te schaffen als de desktop-pc hier nog niet over beschikt.

Het voordeel van een pc ten opzichte van een laptop is dat je veel makkelijker onderdelen kunt uitbreiden of vervangen. Als je bijvoorbeeld je systeem wat sneller wilt maken, kun je eenvoudig een nieuwe processor of extra geheugen plaatsen; bij een laptop is dat voor de processor sowieso niet mogelijk, alleen het plaatsen van wat extra ram behoort dan tot de mogelijkheden. 

Het zelf uitbreiden van hardware is doorgaans alleen mogelijk computers met Windows. Bij een Apple iMac-computer kun je vaak nog wel het geheugen uitbreiden, maar dat geldt niet voor de processor of de videokaart, omdat deze specifiek voor een iMac zijn gemaakt en aangepast, waardoor een standaard processor of videokaart niet werkt.

Een van de meest opvallende veranderingen is dat pc’s steeds kleiner worden. Waar je vroeger nog een enorme kast op of onder je bureau had staan, zijn de modellen tegenwoordig een stuk kleiner en minder hoog. Dat betekent overigens niet dat je geen grote tower-modellen kunt kopen, want voor de zelfbouwer zijn er nog genoeg mogelijkheden. 

Als je een nieuwe desktop wilt kopen, heb je de keuze uit een aantal zogeheten ‘form factors’. De towermodellen voor op of onder je bureau kun je gebruiken voor de meest uiteenlopende zaken en hebben als groot voordeel dat je er makkelijk nieuwe componenten in kunt plaatsen. Een ander type computer dat we ook tegenkomen is de zogenoemde all-in-one. Dit is een pc en beeldscherm in één, waardoor je niet nog een aparte monitor erbij hoeft aan te schaffen. Het nadeel van zo’n systeem is wel dat er vaak niet de allersnelste hardware in wordt toegepast, dat het lastig uit te breiden is en dat je de monitor meestal niet in hoogte kun verstellen. 

Een goed voorbeeld van een bekende all-in-one is de Mac van Apple. All-in-ones met Windows worden gemaakt door onder meer HP, MSI, Acer en Lenovo, maar ook door Microsoft zelf (bijvoorbeeld de Studio). Mini-pc’s zijn weer een ander type. Deze pc’s zijn zeer compact, zowel in de hoogte als de diepte, en kunnen hierdoor bijvoorbeeld achter een monitor gemonteerd worden, of ingezet worden als mediacenter bij de televisie.

Het verschil tussen een pc en een laptop is vooral de draagbaarheid: een laptop kun je natuurlijk makkelijk meenemen dankzij het lagere gewicht. Hij is een stuk compacter ten opzichte van een desktop. En dat is handig als je je computer veel moet verplaatsen, zowel binnenshuis als buiten. Ook voor reizen is een laptop natuurlijk veel geschikter, maar als je gaat voor kracht en schaalbaarheid en je werkt altijd op een vaste plek, dan kan een desktop-pc wellicht beter aan je wensen voldoen. 

Laptops in het hogere prijssegment doen overigens nauwelijks nog onder in snelheid en mogelijkheden ten opzichte van een pc. Want ook voor laptops zijn er krachtige videokaarten en snellere processoren voor het spelen van games en het gebruik van zwaardere applicaties; dit soort laptops is in de regel wel duurder dan de desktop-variant.