Rechten na de garantietermijn

Een van de grootste misverstanden is dat vaak wordt gedacht dat de koper na de garantietermijn geen rechten meer heeft als een product kapot gaat. Dat is niet juist. Ook na de garantieperiode blijft de verkoper altijd aansprakelijk voor de goede werking van het product en volgens de Nederlandse wetgeving zelfs in feite onbeperkt, zolang dat tenminste redelijkerwijze kan worden verlangd.


Stel dat een product een levensduur heeft van 10 jaar en na 7 jaar doet zich een gebrek voor, dan is de verkoper hierop volgens ons recht alsnog aan te spreken. Dit is geregeld in artikel 17 van Boek 7 BW.

Levensduur
Het probleem is echter dat er nogal eens wat verschillende gedachten zijn over de levensduur. Gaat er buiten de garantietermijn iets kapot, dan is de reactie van de verkoper niet zelden een berustend "Ja, zoiets kan gebeuren". Dat risico is in zijn visie dan voor de koper.
Omdat de wet daar dus heel anders over denkt, is de vraag waar het allemaal om draait: hoe lang mag je verwachten dat een bepaald product meegaat? Daarbij komt direct het begrip levensduur ter sprake en daaraan kunnen verschillende betekenissen worden toegekend. De meest voorkomende zijn de technische en de economische levensduur.
Van de technische levensduur is sprake als er op een bepaald moment een gebrek optreedt waardoor het apparaat niet meer (goed) werkt.
Bij een economische levensduur gaat het, kort gezegd, om de afschrijvingsperiode van een product. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Wanneer het bijvoorbeeld goedkoper is een nieuwe artikel te kopen in plaats van het kapotte exemplaar te laten repareren. Of omdat een bepaald product op zich nog wel goed werkt, maar toch wordt vervangen door een nieuwe versie met meer mogelijkheden. Daarnaast zijn er trendgevoelige producten, zoals mobiele telefoons waarbij de gebruikers daarvan echt niet meer met een verouderd exemplaar willen worden gezien.

Met betrekking tot de vraag of de consument de verkoper aansprakelijk kan stellen als na de garantietermijn gebreken optreden aan een product is alleen de technische levensduur van belang. Het gaat er dan immers om of het gebrek redelijkerwijze had mogen worden verwacht. Met andere woorden: of wel of niet aan het conformiteitsbeginsel van de wet wordt voldaan. Is dat niet het geval, dan kunt u de verkoper (die verantwoordelijk is voor de goede kwaliteit van het product dat hij heeft verkocht) hierop aanspreken.

Wie betaalt de kosten?
Als een apparaat buiten de garantietermijn kapot gaat als gevolg van non-conformiteit (in dat geval had het gebrek redelijkerwijze niet mogen voorkomen), dan zijn de herstelkosten daarvan strikt genomen (artikel 21, lid 2 BW7) voor rekening van de verkoper. Maar omdat zoiets niet redelijk zou zijn wanneer de koper het apparaat al enkele jaren gewoon heeft kunnen gebruiken en dit er door de reparatie weer beter op wordt, wordt er gewoonlijk een verdeelsleutel voor de kosten toegepast.
Stel dat een televisie 8 jaar meegaat en na 5 jaar moet er een reparatie worden verricht. Dan is het redelijk te noemen dat de koper 5/8 van de reparatiekosten voor zijn rekening neemt. Hij heeft de televisie immers al 5 jaar gewoon kunnen gebruiken.
Er geldt overigens wel een belangrijke voorwaarde voor die verdeelsleutel: de reparatie moet tot gevolg hebben dat de oorspronkelijke levensduur van de televisie (8 jaar) weer wordt hersteld.
Gaat het bijvoorbeeld om een niet meer werkende aan/uit-knop van het toestel, dan is daar geen sprake van. Zo'n onderdeel behoort gedurende de volle 8 jaar goed te werken en vervanging daarvan verlengt de levensduur van de televisie met geen maand, want andere vitale onderdelen blijven gewoon aan slijtage onderhevig. Met het monteren van de knop gaat het dus gewoon om het weer in orde brengen van het apparaat, iets waartoe de verkoper in verband met het conformiteitsbeginsel toch al verplicht is.

Gevolgschade
Voor het overige komen bij non-conformiteit niet alleen de reparatiekosten, maar ook alle andere gemaakte kosten (de zogenaamde gevolgschade) voor rekening van de verkoper (artikel 24 BW7). Geschillencommissies hebben al regelmatig uitspraken gedaan waarbij de consument gemaakte kosten, zoals telefoon- en reiskosten, krijgt vergoed.

Wat te doen bij defect na de garantietermijn
Wat moet u doen wanneer een apparaat na de garantietermijn, maar binnen de technische levensduur defect raakt?
1. Bepaal voor uzelf in alle redelijkheid of het uw eigen schuld is of niet.
2. Zo niet, neem dan contact op met degene die u het apparaat heeft verkocht, met bon of rekening. Alleen met die leverancier hebt u een juridische band.
3. Beroep u op het conformiteitsprincipe en onderhandel over de afhandeling van de reparatie.
4. Als u het eens wordt, laat dan de reparatie uitvoeren.
5. Als u het niet eens wordt, stel de leverancier dan schriftelijk in gebreke en geef een redelijke termijn om de reparatie alsnog uit te voeren.
6. Leidt dit niet tot een bevredigende oplossing, ga dan na of de winkel is aangesloten bij een geschillencommissie. Is het apparaat via internet aangeschaft, kijk dan of de leverancier is aangesloten bij de Nederlandse Thuiswinkel Organisatie of bij Uneto-VNI.
Meer informatie over de geschillencommissies Thuiswinkel (Nederlandse Thuiswinkel Organisatie), Elektro en Installerende Bedrijven (beide Uneto-VNI) is te krijgen bij De Geschillencommissie, telefoon 070-3105310 of
www.degeschillencommissie.nl.
7. Valt uw leverancier niet onder een geschillencommissie, dan blijft helaas alleen de weg naar de rechter over. Beschikt u over een rechtsbijstandsverzekering, schakel deze dan in.