Vriezers en ijs gaan goed samen, maar ijsvorming in je vriezer is iets wat je nu net niet wil hebben. IJs zorgt ervoor dat de vriezer minder goed werkt, er kan lekkage optreden en het energieverbruik wordt hoger. Weg ermee dus, maar hoe voorkom je ijsvorming in je vriezer? En dat betekent No Frost? In dit artikel leggen we het uit.
Zoals je weet ontstaat ijs door vocht en lage temperaturen. IJsvorming in je vriezer vindt plaats wanneer er vochtige lucht je vriezer binnenkomt. Dat vocht vriest vast aan de koelelementen of de zij-, achter- en bovenkant: ijsblokjes die je net niet wilde hebben. ’s Zomers heb je hier wat meer last van, omdat warme lucht meer watermoleculen bevat. Als je vaak warme producten direct in de vriezer doet, krijg je sneller te maken met ijsvorming.
IJsvorming helemaal voorkomen is bijna niet te doen. Zodra je de deur van de vriezer opendoet, komt er immers relatief warme lucht naar binnen. Zorg in elk geval dat de rubbers goed zijn en dat de deur goed sluit, zodat er geen extra lucht naar binnen kan. Snel de deur open en dicht doen helpt ook. Wil je een warme maaltijd invriezen? Stop het eten dan eerst een tijdje in de koelkast, zodat het alvast wat kan afkoelen. Je vriezer regelmatig schoonmaken doet ook wonderen.
Je vriezer ontdooien is gelukkig heel eenvoudig. Haal eerst je vriezer helemaal leeg (tip: doe dit in de winter en leg de inhoud in een plastic zak buiten neer, dan ontdooit het minder snel). Zet een pan kokend water in de vriezer en laat de deur open, natuurlijk met de stekker eruit. Een plantenspuit werkt ook goed. Gebruik hand- of theedoeken of keukenpapier om het smelwater op te vangen. Hardnekkige ijsplekken? Met een spatel kun je ze zo los krabben.
No Frost betekent letterlijk ‘geen ijs’. Veel vriezers hebben tegenwoordig een No Frost-functie. Binnenin de vriezer wordt lucht gecirculeerd, wat ervoor zorgt dat de watermoleculen niet aan de koelelementen plakken. De vriezer zuigt het vocht op en een ventilator blaast droge lucht weer naar binnen. Zo heb je wel temperaturen ver onder nul, maar er kan geen ijsvorming plaatsvinden: er is immers geen water aanwezig om te bevriezen.
