Welke camera sensor is beter, een full frame sensor of APS-C sensor?

Inhoudsopgave

  1. Sensorformaten
  2. Voordeel van een grote sensor

Je bent op zoek naar de beste spiegelreflexcamera of een goedkope systeemcamera. Tijdens het vergelijken van digitale camera’s krijg je onherroepelijk te maken met de verschillende sensor formaten. Want er bestaat een full frame sensor maar ook een APS-C-formaat sensor. Voor welk sensorformaat kun jij het beste kiezen en waarom is dat zo?

Sensorformaten

Op zoek naar de beste koop heb je de keuze uit meerdere sensorformaten, zowel als je een spiegelreflex of als je een systeemcamera wilt kopen. Het grootste formaat is de zogenaamde full frame sensor. Deze sensor is even groot als een afbeelding op het negatief van een analoge spiegelreflexcamera. Dat wordt ook wel kleinbeeld of 35 millimeter formaat genoemd. Daarmee heb je met full frame echt een heel grote sensor. En hoe groter de sensor, hoe gedetailleerder het beeld en hoger de beeldkwaliteit.

Je hebt ook nog een APS-C-formaat sensor. Deze APS-C sensor is ongeveer half zo groot als een full frame sensor. Dat is nog steeds erg groot, dus de beeldkwaliteit en detailweergave zijn ook nu prima in orde. Een kleinere sensor betekent meteen dat de camera en de lenzen een stukje kleiner (compacter) en lichter zijn. Dat kan handig zijn. Een full frame sensor is groter en daarom zijn zowel de camera als de lenzen groter en zwaarder vergeleken met APS-C.

Sensorformaat heeft een grote invloed op de scherptediepte. Misschien is het je wel eens opgevallen dat op een telefoonfoto bijna altijd alles helemaal scherp is? Dat komt door de kleine sensor en lens van een telefooncamera. Hoe groter de sensor en lens, hoe kleiner de scherptediepte wordt. Dit betekent dat je met een full frame sensor of APS-C sensor heerlijk kunt spelen met scherpte en onscherpte in je foto.

Zoals een portretfoto waarbij de ogen van je model haarscherp zijn, terwijl de achtergrond in een mooie zachte waas verandert. Of een macrofoto van een insect of bloem met een prachtige kleurenwaas erachter. Omdat full frame groter is dan APS-C, heb je bij full frame zelfs nog net iets meer mogelijkheden om te spelen met een kleine scherptediepte en wazige achtergrond dan bij APS-C.

Voordeel van een grote sensor

Zoals gezegd is groter altijd beter als je het over de beeldkwaliteit van de sensor in een digitale camera hebt. Vandaar dat de beeldkwaliteit van een spiegelreflexcamera of systeemcamera zichtbaar beter is dan die van een smartphone of compactcamera waar maar een miniatuursensor inzit. Je ziet het meteen als je op het scherm op jouw foto inzoomt, of zodra je er een grote afdruk van maakt voor aan de muur.

Ook als je een uitsnede maakt, dus een stukje van de foto afknipt in een fotobewerker, is de kwaliteit van full frame langer hoog dan bij APS-C en al helemaal vergeleken met een telefoonfoto of een compactcamera, zeker als de resolutie van je full frame camera lekker hoog is. Dan heb je zo veel pixels dat je achteraf met gemak nog een stukje digitaal kunt inzoomen.

Vooral bij fotograferen met weinig licht presteert een grote sensor heel goed – denk aan binnen bij lamplicht of als je ’s avonds buiten foto’s maakt. Want zodra er weinig licht is, moet een sensor meer moeite doen om alsnog voldoende licht te verzamelen om een heldere foto te maken. Met een grote sensor gaat dat makkelijker dan met een kleintje. De pixels die erop zitten zijn namelijk groter en dankzij dit grotere oppervlak vangen ze meer licht op.


Hierdoor heb je bij een grote sensor (full frame en APS-C) minder last van ruis. Ruis, dat zijn de storende spikkels die niet in een foto thuishoren. Vaak nemen ze allerlei willekeurige kleuren aan en dat ziet er niet fraai uit. Bij een kleine sensor neemt bij weinig licht de ruis erg snel toe, waardoor de beeldkwaliteit sterk afneemt. Vandaar dat een smartphone of compactcamera niet zo goed presteert in donkere omgevingen.

Een ander aspect van beeldkwaliteit is dynamisch bereik. Dat wil zeggen de hoeveelheid lichtvariaties oftewel het contrast dat een sensor kan registreren. Het licht om ons heen is meestal niet egaal. Er zijn felle gebieden, bijvoorbeeld waar een lamp staat of de zon schijnt. Tegelijkertijd zijn er allemaal schaduwen waar dat lamplicht of zonlicht amper of helemaal niet komt.

Bij een groot dynamisch bereik kan de sensor dit contrast grotendeels in één foto registeren. Je ziet dan details in zowel de lichte als de donkere delen van je foto, zonder dat ze volledig overbelicht (vrijwel helemaal wit) of onderbelicht (zo goed als zwart) raken. Is het dynamisch bereik klein, dan kun je óf alleen verlichte delen herkenbaar op de foto zetten óf alleen de donkere schaduwen.

Het dynamisch bereik van een grote sensor is altijd beter dan die van een kleine. Dus is het makkelijker om contrastrijke omgevingen te fotograferen en heb je minder snel last van overbelichting of onderbelichting in delen van de foto. Ook heb je daardoor tijdens de nabewerking meer mogelijkheden om de belichting nog verder te verbeteren. Waarbij een full frame sensor uiteraard weer het beste dynamische bereik heeft, op de voet gevolgd door een APS-C sensor. Deze twee grote sensorformaten leggen aanzienlijk meer informatie vast dan de kleine sensoren van een smartphone of compactcamera.